Geaccepteerd worden kan lastig zijn als je jong bent. Maar je maakt het jezelf nog moeilijker door je anders voor te doen dan je bent, waardoor er twee dingen kunnen gebeuren: je stoot mensen af of je praat jezelf in een hoek. Angus weet er alles van. InHead South volgen we zijn zoektocht naar aansluiting, die hem nagenoeg dwingt om een postpunkband op te richten.
Christchurch, 1979. De tiener Angus (Ed Oxenbould) doet wanhopige pogingen om aansluiting te vinden bij zijn leeftijdsgenoten, waarbij hij vaker dan niet het deksel op zijn neus krijgt. De relatie met zijn vader Gordon (Marton Csokas) is aanwezig maar moeizaam, zeker omdat diens vrouw haar koffers pakte. Ook oudere broer Rory heeft het nest verlaten en woont nu in Londen. Hij stuurt Angus af en toe platen op van nieuwe muziek die niet in Nieuw-Zeeland te krijgen is.
Lees ook:Feestfilm' Zillion zorgt voor flinke dosis nostalgie bij kijkers op Prime Video: 'Ondergedompeld in spektakel met een geweldige sfeer'
Zijn muzieksmaak en zijn grote praatjes vallen in de smaak bij Fraser (Jackson Bliss), de uitbater van lokale platenzaak Middle Earth Records. De tiener maakt de winkelier wijs dat hij bassist is en dat al zo'n twee jaar, terwijl hij in werkelijkheid nog nooit van zijn leven een instrument heeft aangeraakt. Sterker nog, zijn bewondering voor plaatselijke punk-held Malcolm (Demos Murphy) van de band The Cursed werpt Angus een optreden in zijn schoot. Voor een band die helemaal niet bestaat.
'Here Are the Young Men'
Kleine jongens worden groot, maar sommigen van hen zijn voorbestemd om groots te worden. Dat wordt inHead South op voortreffelijke wijze uitgebeeld. Zodra Angus voor het eerst 'Public Image' hoort van de gelijknamige band van voormalig Sex Pistols-frontman John Lydon, ziet hij eindelijk het grotere plaatje. Een blik in de camera en het vierkante kader verwijdt zich tot breedbeeld. Punk is dood. Lang leve postpunk.
Intussen heeft Angus te maken met een grote generatiekloof. Zijn vader, constant sikkeneurig vanwege de breuk met zijn echtgenote, kan zijn zoon maar niet begrijpen. Dat geldt andersom trouwens net zo goed. Angus' thuissituatie leidt hem dan ook meer en meer de opbloeiende postpunkscene in, waar hij meer dan eens het slachtoffer wordt van zijn eigen naïviteit. Zijn constante wens om geaccepteerd te worden, doet hem meer en meer omgaan met de verkeerde mensen. En intussen lult hij zich steeds meer en meer in een gat waar hij steeds denkt uit te kunnen klimmen, ware het niet dat het touw dat hij daarvoor gebruikt constant op knappen staat.
'What you wanted was never made clear'
Hoe nat Angus ook nog is achter zijn oren, Je kunt hem zijn enthousiasme gewoonweg niet kwalijk nemen. Er staat eindelijk iets boeiends te gebeuren in zijn woonplaats, waar hij maar wat graag deel van wil uitmaken. En wat bereik je nou met stilzitten? Sterker nog, wanneer de jongen terug probeert te krabbelen tegenover Fraser omdat hij nog niet gevorderd genoeg is om op te treden, wordt hem verteld dat dat niet uitmaakt: het gaat om de ervaring. En dat is ook hoe vele postpunkbands begonnen zijn.
Op 4 juni 1976 traden the Sex Pistols op in de Lesser Free Trade Hall te Manchester. Er waren naar verluidt 42 tickets verkocht en de legende zegt dat ieder van hen uiteindelijk een band is begonnen. De levens van de aanwezigen in het publiek waren zo drastisch veranderd, dat uiteindelijk duizenden anderen valse beweringen maakten dat zij er ook bij waren. De bezoekers wiens aanwezigheid bevestigd is, zouden grondleggers worden voor groepen als The Smiths, Buzzcocks, The Fall, Joy Division (later New Order) en zelfs Jon the Postman. Ieder van hen wist zeker: wat die lui op het podium doen, kan ik ook. Een beweging werd geboren.
'Foundation on my face, foundation on my face (Oi! Oi! Oi!)'
Op esthetisch vlak slaagt Head South er volledig in om de kijker terug te werpen naar het einde van de jaren 70. De warme kleuren, het constante gekraak van vinyl bij 'overslaande' overgangen, de vele vuiltjes in beeld en de DIY-stijl titels geven je bij vlagen het gevoel dat je naar een documentaire zit te kijken. Gooi daar nog eens een energieke (post)punksoundtrack bovenop en je hebt een film die je zelfs na de aftiteling niet meer loslaat.
Wie niets heeft met de muziek, krijgt alsnog een heel mooi coming-of-age-verhaal voorgeschoteld. Velen zullen zich kunnen herkennen in het zoeken naar de juiste richting in het leven en die uiteindelijk ook vinden. Daarbij blijft de angst om de eerste stap te zetten vaak een groot probleem, zo ook voor Angus. Hij beschikt nauwelijks over de basiskennis en -vaardigheden voor het bespelen van een basgitaar. Hij wordt voor de keuze gesteld om de leugen in stand te houden of toegeven dat al wat hij kan, bestaat uit het ophangen van grote verhalen. Maar zijn favoriete muziek en de groeiende groep aanhangers daarvan bieden zoveel energie en ontsnapping van de werkelijkheid dat zijn lot eigenlijk al bepaald is. Met alle gevolgen van dien.
Head South
Jong zijn en iets willen, het overkomt ons allemaal. Hoe we daarmee omgaan is aan ons, maar we hebben allemaal onze uitdagingen om groeipijnen te overwinnen. Dat maakt vanHead South een heel universeel verhaal dat eigenlijk al heel vaak verteld is. Maar het gaat hier dan ook om de manier waarop. En die is heel energiek en kloppend met de stijl die hoort bij het subgenre dat in de film centraal staat. Bovendien is niet meegaan in Oxenboulds sympathieke maar naïeve personage bijna niet mogelijk.
Head South vibreert, inspireert en motiveert. De film zet je brein in een vette overdrive en zet je aan tot naar de dichtstbijzijnde muziekwinkel te rennen en een basgitaar aan te schaffen. Beschik je al over zo'n instrument? Nou... dan koop je er gewoon lekker nog een! Waar de Fender Precision Bass die Angus speelt volgens velen een dikke tien waard is, geven we Head South een welverdiende 4,5/5.
Gezien in Slieker Film te Leeuwarden.Head South brengt je volgens jouw eigen route tot volle wasdom in zalen door heel het land. Bekijk de trailer hieronder - als je daar niet te cool voor bent.